|
Datum |
Gebeurtenis(sen) |
1 | 1815(2) | - 1815(2)—1840: Koninkrijk der Nederlanden
Koning Willem I.
Willem I Frederik, geboren te Den Haag op 24 augustus 1772 als Willem Frederik Prins van Oranje-Nassau was de eerste Koning der Nederlanden uit het huis Oranje-Nassau. Willem Frederik werd geboren als derde zoon van stadhouder Willem V en prinses Wilhelmina van Pruisen, een nicht van koning Frederik II van Pruisen. Willem Frederik trouwde in 1791 zijn volle nicht Wilhelmina van Pruisen, een zuster van Frederik Willem III, koning van Pruisen.
Na de dood van stadhouder Willem V stond hij tot 1815 bekend als Willem VI.
Na de nederlaag van Napoleon in de Slag bij Leipzig in 1813 werd hij ingehuldigd als 'Soeverein Vorst' der Verenigde Nederlanden. Op 16 maart 1815 riep hij zichzelf uit tot koning der Verenigde Nederlanden en hertog van Luxemburg, waarna hij op 21 september 1815 in Brussel werd ingehuldigd als Koning Willem I. In hetzelfde jaar werd op het Congres van Wenen door de Europese mogendheden besloten om het hertogdom Luxemburg te promoveren tot groothertogdom en Willem I te erkennen als eerste groothertog, de koningstitel werd bevestigd. Hiermee was de kersverse Nederlandse monarchie binnen Europa formeel erkend. Deze fungeerde als buffer voor zowel Frankrijk als het Verenigd Koninkrijk. Na de troonsafstand in 1840 noemde Willem I zich koning Willem Frederik, graaf van Nassau.
In Duitsland was Willem I van 1803 tot 1806 "Fürst" (vorst) van het vorstendom Nassau-Oranje-Fulda. In 1806 en in de periode 1813-1815 was hij tevens vorst van het vorstendom Nassau-Oranje.
Koning Willem I is overleden te Berlijn op 12 december 1843.
|
2 | 1817(1) | - 1817(1)—1900: Uitvinding en ontwikkeling van de fiets
De fiets is in vijf stappen uitgevonden.
De eerste stap was de loopfiets, met stuur op het voorwiel. Deze werd in 1817 uitgevonden door de Duitser Baron von Drais zu Sauerbronn. In korte tijd groeide de loopfiets uit tot een rage, die echter net zo snel weer wegzakte.
Daarna was het heel lang stil, tot de Franse wagensmid Michaux in 1862 zo’n loopfiets moest repareren en pedalen aan het voorwiel monteerde. Daarmee was hij niet de eerste, maar wel de eerste die er patent op aanvroeg en de fiets in serie ging maken. Deze fiets, met stalen frame en houten wielen, werd een enorm succes. Rond 1868 werden overal wedstrijden georganiseerd op deze velocipède of boneshaker, zoals hij ook werd genoemd. De fietsen van Michaux waren loodzwaar. Ze hadden nog houten karrenwielen met een ijzeren hoepel er omheen.
De derde grote uitvinding van de fiets was die van de spaken van ijzerdraad. Een licht metalen wiel met dunne spaken was een enorme vooruitgang, het werd in 1869 ontwikkeld door Fransman Eugène Meyer, maar vond vooral opgang in Engeland, dat al snel de leidinggevende natie werd op het gebied van fietsen. De fietsen werden steeds lichter en steeds steviger. Maar, hoe onvoorstelbaar dat nu ook lijkt, er was nog steeds geen geschikte ketting. Dus om harder te kunnen rijden, maakte men het voorwiel steeds groter. Zo ontstond na 1870 de hoge bi, de fiets met een voorwiel tot wel anderhalve meter groot. Qua rijprestaties een wereld van verschil met de massieve Michaux-fietsen.
Het rijden op een hoge bi was niet zonder risico, vooral het gevaar om naar voren te vallen was vrij groot. En het lag voor de hand dat er vroeg of laat iemand zou komen met een fiets met twee kleinere wielen; de veiligheidsfiets of safety. De rijder zit in het midden en het achterwiel wordt met een ketting aangedreven. Eerder waren er al experimenten, maar de eerste safety die commercieel succes had was de Rover, ontworpen door John Kemp Starley. Binnen enkele jaren bouwde elke fabriek safeties en had de hoge bi afgedaan. Rond die tijd (1890-1895) ontwikkelde de safety zich tot een volwaardige fiets. Steeds soepeler lopend, lichter van gewicht en steviger door het diamantframe. De laatste grote uitvinding voor de fiets was die van de luchtband.De hoge bi’s en de safeties waren tot circa 1890 nog voorzien van massieve rubber banden. John Boyd Dunlop nam in 1888 een luchtdichte rubber slang als band voor de fiets van zijn zoontje en perfectioneerde het ontwerp tot de eerste bruikbare luchtband. Omdat het rijden met een luchtband zoveel comfortabeler en sneller ging dan met een massieve band, werden in de daaropvolgende jaren veel nieuwe uitvindingen gedaan. Dunlop werd een grote bandenfabriek, in Frankrijk werd pionierswerk verricht door Michelin, in Italië door Pirelli.
Rond 1900 was het ontwerp van de fiets in principe klaar. Natuurlijk kwamen er versnellingen, betere remmen, aluminium frames en dergelijke, maar de echte pionierstijd was voorbij.
|
3 | 1839 | - 1839—1873: Ontdekkingsreizen
David Livingstone (1813-1873) verkend en ontdekt onbekende gebieden in Afrika en brengt ze in kaart.
|
4 | 1840 | - 28 nov 1840—1849: Koninkrijk de Nederlanden
Koning Willem II.
Willem Frederik George Lodewijk, prins van Oranje-Nassau, was van 28 november 1840 tot aan zijn dood in 1849 koning der Nederlanden, groothertog van Luxemburg en hertog van Limburg.
Willem (roepnaam Guillot) werd geboren te Den Haag op 6 december 1792 als zoon van de latere koning Willem I der Nederlanden en Wilhelmina van Pruisen. Hij had een jongere broer: Frederik (1797-1881), en twee jongere zusters: Paulina (1800-1806) en Marianne (1810-1883). Na de vlucht in 1795 naar Engeland van zijn grootvader stadhouder Willem V en de uitroeping van de Bataafse Republiek trokken zijn ouders met hun driejarige zoon eerst naar Engeland en daarna naar Duitsland.
Zijn jeugd bracht Willem door aan het hof van de koning van Pruisen, waar hij een militaire opleiding kreeg en diende in het Pruisische leger. In Spanje diende hij in het Engelse leger onder Arthur Wellesley, de eerste hertog van Wellington, waar hij de bijnaam 'Slender Billy' kreeg. In 1813 keerde hij met zijn vader terug naar Nederland. In 1815 werd hij officieel troonopvolger, toen zijn vader zich in datzelfde jaar uitriep tot koning van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Hij nam als generaal in Engelse dienst deel aan de Slag bij Waterloo, waaruit hij gewond aan zijn schouder terugkwam, in de ogen van sommigen als de 'held van Quatre-Bras en Waterloo'.
Koning Willem II
Op 7 oktober 1840 besteeg hij de troon als Willem II. De inhuldigingsplechtigheid vond plaats op 28 november 1840 in de Nieuwe Kerk in Amsterdam. Daarmee is hij tot op heden bij aantreden het oudste Nederlandse staatshoofd. Onder zijn koningschap was de macht van de vorst al minder dan voordien. De revoluties van 1848 en 1849, waarin Lodewijk Filips I van Frankrijk werd afgezet en andere Europese vorsten met geweld tot concessies werden gedwongen, deden hem vrezen voor zijn troon. Als grap zei de koning tegenover diplomaten, dat hij in één nacht van conservatief verworden was tot liberaal. Dat was vooral de verdienste van de liberaal Thorbecke, die de Grondwetsherziening van 1848 bijna volledig had geschreven.
Koning Willem II overleed op 17 maart 1849 te Tilburg.
|
5 | 1845 | - 1845—1848: Hongersnood en Aardappeloproer
Uit de Leeuwarder Courant van 29-06-1847:
Friesland wordt vanaf 1845 geteisterd door aardappelziekte, misoogsten, muizenplagen en veeziekte. De prijzen van levensmiddelen stijgen naar ongekende hoogtes. Als in Harlingen het gerucht gaat dat aardappelen, het volksvoedsel bij uitstek, naar Engeland worden geexporteerd, breekt een oproer uit. Dit verspreidt zich als een olievlek door de provincie. Ook in Leeuwarden gooit het hongerige grauw bij kooplieden de ruiten in en eist het brood bij de bakkers.
De autoriteiten grijpen hard in.
|
6 | 1848 | - 1848—1849: 2e cholera-epidemie
De 2e cholera-epidemie in Nederland. Met name Rotterdam werd zwaar getroffen. In 1848 en 1849 werden totaal 22.078 personen geregistreerd die aan cholera zijn gestorven.
|
7 | 1849 | - 1849—1890: Koninkrijk der Nederlanden
Koning Willem III.
Willem Alexander Paul Frederik Lodewijk, geboren te Brussel op 19 februari 1817, Prins van Oranje-Nassau, was koning der Nederlanden en groothertog van Luxemburg van 1849 tot zijn dood in 1890. Hij was ook hertog van Limburg van 1849 tot de opheffing van het hertogdom in 1866.
Willem was de zoon van koning Willem II en Anna Paulowna van Rusland. Na de troonsafstand van Willem I in 1840 werd hij de Prins van Oranje. Na de dood van zijn vader in 1849 volgde hij hem op als koning der Nederlanden.
Willem was in 1839 met zijn nicht Sophie van Württemberg getrouwd. Zij kregen drie zonen: Willem, Maurits en Alexander. Deze kinderen stierven allemaal eerder dan hun vader. In 1879 trouwde hij met Emma van Waldeck-Pyrmont. Zij kregen één dochter, Wilhelmina, die hem opvolgde.
Hij werd geboren in Brussel, als zoon van de latere koning Willem II en Anna Paulowna, de zuster van de Russische tsaar Alexander I. De geboorte vond plaats in de Wetstraat, in een zijvleugel van het gebouw van de toenmalige Staten-Generaal van het Koninkrijk der Nederlanden. Hij kreeg, zoals alle toenmalige koningskinderen, de naam Willem mee.
Willem III had grote moeite met de beperking van de koninklijke macht, zoals deze onder het bewind van zijn vader in 1848 met de grondwetswijziging van Thorbecke tot stand was gekomen. Een koning behoorde naar zijn mening 'vast als een rots' zelf te regeren. Uit protest tegen de grondwetswijziging vertrok de troonopvolger naar Engeland, waar hij verbleef toen zijn vader in 1849 plotseling overleed. De eerste twintig jaar van zijn regering kenmerken zich door weerstand tegen de constitutionele monarchie, waarbij de koning zich overigens telkens conformeerde.
Een voorbeeld van de eigenzinnige constitutionele rol die de koning aanvankelijk speelde is de commotie rond de Aprilbeweging in 1853. Het zittende kabinet onder leiding van Thorbecke had een neutraal antwoord voorgesteld. De scheiding van kerk en staat betekende immers dat de regering geen zeggenschap zou hebben over de wens van de katholieken om zich in bisdommen te organiseren. Toen Willem III in Amsterdam een anti-rooms-katholieke petitie kreeg aangeboden hield hij een gloedvolle rede, die de hoogopgelopen gemoederen overigens ook onmiddellijk deed bedaren. Omdat de koning niet bereid was terug te komen op zijn weigering om het regeringsstandpunt uit te dragen, trad de ministerraad af.
Koning Willem III overleed te Apeldoorn op 23 november 1890.
|
8 | 1853(1) | - 1853(1)—1855: 3e cholera-epidemie
De 3e cholera-epidemie in Nederland, waarbij vooral de steden Rotterdam, Amsterdam en Groningen getroffen worden.
In 1853: 2891 sterfgevallen geregistreerd.
In 1854: 2038 en
in 1855: 2980
|
9 | 1853(2) | - 1853(2): De waterleiding
In 1853 was de eerste Nederlandse waterleiding een feit. Er was een 3,5 km lang kanaal, een aantal zandfilters en een buizensysteem van 23 km aangelegd. Het duinwater kon vanaf december 1853 voor één cent per emmer gekocht worden in het centrum van Amsterdam.
Nederland beschikt over één van de beste waterleidingnetten ter wereld. Iedereen kan in ons land beschikken over veilig kraanwater. Maar dat is een verworvenheid die toch nog maar zo’n anderhalve eeuw geleden in gang is gezet.
Het zou nog tot bijna het jaar 1900 duren dat de watervoorziening via leidingen in een stroomversnelling kwam, en daarmee ook het aantal waterleidingbedrijfjes. In de jaren 1920/1930 waren de meeste stedelijke regio’s aangesloten op de waterleiding en veertig jaar later was op een enkele boerderij na heel Nederland voorzien van kraanwater.
|
10 | 1859 | - 22 feb 1859: Gaslicht in Dokkum
Uit: Leeuwarder Courant 22-02-1859
Dokkum - Met veel genoegen kunnen wij mededeelen, dat gisteren avond onze stad voor het eerst door gaz verlicht was. En Dokkum mag zich nu verheugen, als de derde der friese steden over het bezit eener zaak, die vroeger uitsluitend aan grootere plaatsen scheen te kunnen toebehooren
|
11 | 1862 | - 1862—1904: Uitvinding en ontwikkeling van de auto
Geschiedenis van de auto (1885-1904)
De auto werd uitgevonden in 1885, maar had enkele voorlopers. Het eerste tijdperk in de geschiedenis van de auto zelf begint in 1885 en eindigt in 1904. Dit tijdperk wordt ook het Veteraan-tijdperk genoemd.
De eerste auto's op benzine
Algemeen wordt erkend dat de eerste automobielen met verbrandingsmotor op benzine zo goed als gelijktijdig werden gebouwd door meerdere uitvinders die onafhankelijk van elkaar werkten. Voor dit kon gebeuren ontdekte een Oostenrijkse chemicus, Abraham Shreiner, eerst de benzine.
De Waalse Belg Etienne Lenoir bouwde in 1862 zijn eerste auto met verbrandingsmotor. De Duitser Nikolaus Otto gebruikte een nieuw systeem met vier zogenaamde takten in 1878. Gottlieb Daimler patenteerde de eerste succesvolle hoge snelheid verbrandingsmotor (1885). De Duitser Carl Benz bouwde zijn eerste automobiel in 1885 in Mannheim. In 1886 bouwden Gottlieb Daimler en Wilhelm Maybach in Stuttgart hun eerste auto. Zij waren tevens de bouwers van de eerste rijdende motorfiets met inwendige verbrandingsmotor. De Oostenrijker Siegfried Marcus, ten slotte, werkte in Wenen aan een auto.
Benz' vrouw maakte een succesvolle proefrit van 80km met de automobiel van haar man. Die kon daarop enkele tientallen van zijn auto's verkopen. Dankzij dit succes wordt Carl Benz algemeen gezien als de vader van de automobiel. De grootste verbeteringen aan de zware-oliemotor zijn gedaan door Rudolf Diesel uit Duitsland die zijn eerste patenten nam in 1892.
In België was de eerste auto de Vincke, die in Mechelen ontwikkeld werd en in 1895 op de markt kwam. De Nederlandse Eysink was de eerste Nederlandse automobielbouwer, hoewel Sibrandus Stratingh in 1834 al een stoomauto gebouwd had.
|
12 | 1865 | - 15 apr 1865: Moord op president Lincoln
Abraham Lincoln (Hodgenville, 12 februari 1809 – Washington D.C., 15 april 1865) was de 16de president van de Verenigde Staten. Hij diende van 1861 tot aan zijn dood in 1865. Lincoln was de eerste president van de Verenigde Staten die tijdens zijn ambtsperiode werd vermoord.
Lincoln wordt beschouwd als een van de grootste Amerikaanse presidenten. Hij wordt geprezen om zijn leiderschap tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog, de afschaffing van de slavernij, de versterking van de nationale overheid en de modernisering van de economie.
Na zijn herverkiezing als president werd Lincoln op 14 april 1865 (Goede Vrijdag) in Ford's Theatre (een schouwburg in Washington) neergeschoten door John Wilkes Booth.
|
13 | 1866(1) | - 1866(1)—1866: 4e cholera-epidemie
De 4e cholera-epidemie in Nederland waarbij zeer veel slachtoffers vallen. In 1866 werden 19.691 sterfgevallen aan cholera geregistreerd.
|
14 | 1866(2) | - 1866(2): RK Kerk
In 1866 is men met de bouw begonnen van de RK Kerk te Joure
|
15 | 1870(2) | - 1870(2)—1873: Pokkenepidemie
Pokkenepidemie waarbij met name veel slachtoffers onder kinderen vallen. De epidemie is veroorzaakt mede door de Frans-Pruisische oorlog.
|
16 | 1870(1) | - 1870(1)—1871: De Frans-Duitse Oorlog
De Frans-Duitse of Frans-Pruisische Oorlog die begon op 19 juli 1870 en duurde tot 10 mei 1871 werd gevoerd tussen Frankrijk en de Duitse staten, geleid door Pruisen.
Frankrijk was beducht geraakt voor de snel groeiende Pruisisch-Duitse macht. Tot 1870 was Frankrijk de dominante natie op het vasteland in Europa. Maar nu werd die dominante positie bedreigd door Pruisen, onder leiding van kanselier Bismarck.
Deze oorlog heeft tot een overwinning van Pruisen en zijn bondgenoten en de oprichting van het Duitse Keizerrijk geleid.
|
17 | 1880 | - 6 okt 1880: NTM-paardentram
De Paardentramlijn Dokkum-Veenwouden wordt in gebruik genomen.
|
18 | 1881 | - 14 okt 1881—15 okt 1881: Grote brand in Joure
In de avond en nacht van 14 op 15 oktober heerste er een grote brand in de Midstraat van Joure. In totaal zijn 14 panden geheel verloren gegaan. Een noordwestelijke harde wind wakkerde de brand aan en deed het ergste vermoeden. Ook panden in de Geelgieterstraat en de Kakelsteeg kwamen in aanraking met het vuur. Half Joure had de huisraad al buiten staan in afwachting van het ergste. Johannes Tjerks woonde er vlakbij en de harde wind en het vuur ging zijn kant op. Hij zal met zijn gezin zeer angstige ogenblikken hebben beleefd!
|
19 | 1882 | - 1882: NTM stoomtram
Ingebruikname tramlijn Heerenveen-Joure
|
20 | 1886(1) | - 1886(1): NTM-stoomtram
Ingebruikname tramlijn Joure-Sneek. De doorgaande tramlijn Harlingen-Bolsward-Sneek-Joure-Heerenveen-Gorredijk-Drachten is nu compleet.
|
21 | 1886(2) | - 1886(2): Electriciteit
Elektriciteit is niet door een persoon uitgevonden maar kan worden toegeschreven aan verschillende mensen, zoals William Gilbert, Benjamin Franklin, Alessandro Volta en Michael Faraday. Een doorbraak in de ontwikkeling van elektriciteit kwam echter toen de Amerikaanse uitvinder Thomas Alva Edison in 1878 de gloeilamp met gloeidraad uitvond. Rond die tijd deed de Britse wetenschapper Joseph Swan dezelfde uitvinding. Het tweetal richtte later samen een bedrijf op dat de eerste gloeilampen produceerde.
Elektriciteit is tegenwoordig vanzelfsprekend in Nederland, maar voor 1886 hadden de Nederlanders geen stroom tot hun beschikking. Op 19 april 1886 ging de eerste Nederlandse openbare elektriciteitscentrale van start. De elektriciteitscentrales werden al snel razend populair in Nederland en na 1900 begonnen naast stoomcentrales ook kolencentrales in Nederland te verschijnen.
|
22 | 1888(1) | - 1888(1)—1893: Ontdekkingsreizen
De Noor Fridtjof Nansen (1861-1930) steekt in 1889 als eerste Groenland over en tijdens een volgende reis in 1893 bereikt hij de Noordpool.
|