|
Datum |
Gebeurtenis(sen) |
1 | 1520 | - 1520: Ontdekkingsreizen
De Portugees Ferdinand Magellaan vaart in 1520 in dienst van Spanje om het zuidelijkste deel van Zuid-Amerika (gelegen tussen Patagonië en Vuurland en tegenwoordig bekend als de Straat van Magellaan) en volbrengt de eerste zeilreis rond de wereld.
|
2 | 1568 | - 1568—1648: 80-jarige oorlog
De Tachtigjarige Oorlog, in de modernere geschiedschrijving ook De Opstand of de Nederlandse Opstand genoemd, was een opstand en strijd in de Nederlanden (1568-1648, met een Twaalfjarig Bestand in de jaren 1609-1621).
De oorlog begon als opstand in een van de rijkste gebieden van Europa, de Habsburgse Nederlanden (ook wel Spaanse Nederlanden genoemd), tegen het machtigste rijk in Europa, het Spaanse Rijk onder koning Filips II, de landsheer van dit gebied. Aanvankelijk trokken de uit Zeventien Provinciën bestaande Lage Landen meestal gezamenlijk op, om een combinatie van religieuze, bestuursrechtelijke en fiscale redenen.
Na 1576 groeiden de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden steeds meer uit elkaar, vooral omdat de protestantse Reformatie in het noordelijke deel dieper wortel had geschoten dan in het zuidelijke deel, waar (in Brussel) het machtscentrum van de (katholieke) Habsburgse bestuurders in de Lage Landen lag. De 'Val van Antwerpen' in 1585 wordt vaak gezien als aanleiding tot de definitieve scheiding van noord en zuid. Tijdens de oorlog ontstond in 1588 de noordelijke Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, waar het calvinisme de toon aangaf. De Zuidelijke Nederlanden bleven onder het bewind van een landvoogd die door de koning van Spanje benoemd werd. Het katholicisme bleef daar de enige toegestane godsdienst.
|
3 | 1588 | - 1588—1795: Republiek der Verenigde Nederlanden
De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, ook de Verenigde Provinciën genoemd, was tussen 1588 en 1795 een confederatie met trekken van een defensieverbond en een douane-unie. Ze besloeg grotendeels het grondgebied van het huidige Nederland. Zij verwierf in de 17e eeuw grote politieke en economische macht en speelde geruime tijd een hoofdrol op het wereldtoneel. Het einde kwam met de inval van Frankrijk in 1793-1795, al was de neergang eerder ingezet.
De Republiek bestond uit acht soevereine provincies, waarvan zeven gezamenlijk de gebieden bestuurden die daar buiten vielen, maar nog steeds tot het grondgebied van de confederatie behoorden. Deze zogenaamde generaliteitslanden bevonden zich grotendeels in wat nu Zeeuws-Vlaanderen is, de huidige Nederlandse provincies Noord-Brabant, Limburg en in het zuidoosten van de huidige provincie Groningen.
Opmerkelijk in de kleine republiek van maximaal 2,5 miljoen inwoners was het succes van de Nederlandse wereldhandel via de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) en West-Indische Compagnie (WIC) en die op de Oostzee, de grote militaire successen tegenover ogenschijnlijk veel sterkere landen als Spanje en Engeland, de enorme vloot - met 2000 schepen groter dan die van Engeland en Frankrijk samen - en de bloei van kunsten (Rembrandt en vele anderen) en wetenschappen (onder andere Hugo de Groot), gepaard gaande met voor die tijd relatief grote geestelijke vrijheid.
|
4 | 1594 | - 1594—1597: Ontdekkingsreizen
De Nederlander Willem Barentsz (1550-1597) zoekt de Noordoostelijke doorvaart naar Azië en Indië. Hij verkend daarbij de kusten van Nova Zembla en ontdekt Bereneiland en Spitsbergen. In de winter van 1596/1597 komt hij bij Nova Zembla vast te zitten in het ijs en moet noodgedwongen overwinteren op Nova Zembla.
|
5 | 1602 | - 1602—1702: Gouden Eeuw
De Gouden Eeuw is een periode in de Nederlandse geschiedenis die goeddeels samenvalt met de zeventiende eeuw. De noordelijke Nederlanden, die samen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden vormden, maakten een bloeiperiode door op gebied van handel, wetenschap en kunsten. Ook wat betreft haar politieke en militaire macht (vooral ter zee) nam de Republiek in de wereld een vooraanstaande positie in. De bloeitijd van de noordelijke Nederlanden was een belangrijke nieuwe fase in de ontwikkeling van de westerse beschaving.
Sommigen houden als beginpunt van de Gouden Eeuw 1602 aan, het jaar waarin de VOC opgericht werd; anderen kiezen voor het jaar 1609, het beginjaar van het Twaalfjarig Bestand. Tot het einde van het bestand (1621) groeide de economie vrijwel ongehinderd. Tijdens de Dertigjarige Oorlog, die goeddeels samenviel met de tweede fase van de Tachtigjarige Oorlog, was in sommige sectoren sprake van stagnatie, in andere van groei. Na 1648 trok de economie weer aan; vooral voor de nijverheid waren dit zeer voorspoedige jaren. Na het rampjaar 1672 begon een periode van relatieve economische neergang en was de Gouden Eeuw over haar hoogtepunt heen. Een periode van consolidatie volgde.
|